Informatie en afbeeldingen van gebouwen
In Nieuwerbrug staan veel bijzondere gebouwen. Acht Rijksmonumenten en zes gemeentelijke monumenten. Dit zijn vooral boerderijen, maar bijvoorbeeld ook de unieke Onafhankelijkheidstoren, de Weijpoortse molen en natuurlijk Fort Wierickerschans.
Hieronder vindt u een overzicht van bijzondere gebouwen in ons dorp. Door op de foto te klikken, vindt u meer informatie over het gebouw.
De lijst bevat ook verdwenen gebouwen. Denk aan fort Nieuwerbrug, de Molkerschans of het Hof te Waarder.
In de loop der tijd zal deze lijst met gebouwen groeien.
RM = Rijksmonument, GM = Gemeentelijkmonument , V = Verdwenen
Afbeelding | Object | jaar | locatie | |
GM | boerderij | 1898 | Barwoutswaarder 85 | |
V | Schots Varken | Barwoutswaarder | ||
Tolbrug | 1990 | Bruggemeestersstraat | ||
Tolwachterswoning | 1788 | Bruggemeestersstraat 9 | ||
GM | Onafhankelijkheidstoren | 1913 | Bruggemeestersstraat 11 | |
Oude dokterswoning | 1871 | Bruggemeestersstraat 13 | ||
GM | Brugkerk | 1914 | Bruggemeestersstraat 14 | |
RM | Zomerlust | 18e eeuw | Graaf Florisweg 4 | |
GM | Notabelenwoning | 1890 | Graaf Florisweg 7 | |
V | Brandspuithuis | 1935 | Graaf Florisweg | |
V | Oude School | 17e eeuw | Graaf Florisweg | |
V | Kapel | 14e eeuw | Graaf Florisweg | |
GM | Woonhuis | c.a 1700 | Hoge Rijndijk 8 | |
GM | Boerderij Buitenland | 1880 | Korte Waarder 19-21 | |
V | Hof te Waarder | 14e eeuw | Korte Waarder | |
RM | Voorbreed | 1620 | Rietveld 128 | |
RM | Vaders Wens | 1791 | Weijland 9 | |
RM | Armengoed | 19e eeuw | Weijland 20 | |
RM | Johannes Hoeve | 1785 | Weijland 24 | |
RM | Knodsenburg | 1588 | Weijland 26 | |
De Volharding | Weijland 38 | |||
V | Molkerschans | 1672 | Weijland | |
V | Fort Pain et Vin | 1673 | Weijland | |
RM | Weijpoortse molen | 1674 | Weijpoort 25 | |
V | Fort Nieuwerbrug | 1575 | Weijpoort | |
RM | Fort Wierickerschans | 1673 | Zuidzijde 132 |
Lengte Leiden - Woerden: 32,3 km.
1878: aansluiting op de vrije baan van spoorlijn Utrecht - Rotterdam bij Woerden (km 17,400).
1889: aanleg derde spoor, aan noordzijde traject Gouda - Woerden, met aansluiting bij station Woerden.
Rb: 26 januari 1995
Door de aanleg van de spoorlijn Leiden Utrecht, werden een aantal boerderijen afgesneden van hun land. Men moest daarna met het vee over het spoor heen. Toen men dit niet meer toelaatbaar vond, heeft men besloten een aantal boerderijen aan de andere kant van het spoor te bouwen.
Eén van de nieuwe ontsluitingswegen naar de nieuw gebouwde en bestaande boerderijen werd haaks op de Molendijk aangelegd. Aan deze dwarsweg werd daarom de naam Molendijkerdwarsweg gegeven.
Warning: No images in specified directory. Please check the directory!
Debug: specified directory - https://www.nieuwerbrug.net/images/straten/molendijkerdwarsweg
Boerderij Buitenland, Korte Waarder 19-21. 2011
Jeanine Schreuders en Norbert van Doorn hebben de boerderij sinds hun komst in 2004 grotendeels gerestaureerd en in gebruik genomen als woonboerderij. De huisstal is getransformeerd tot eetlokaal, waar o.a. boerderijaanschuifdiners en diners en lunches voor besloten groepen worden georganiseerd. Ook het koetshuis en het zomerhuis , dat in zeer slechte staat was, zijn gerestaureerd. Bijzonder: Boerderij BuitenLand is tevens een officiële trouwlocatie van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk. Zie voor meer informatie www.boerderijbuitenland.nl.
Geschiedenis gebruik en bewoning.
De boerderij werd omstreeks 1870 gebouwd in opdracht van de familie Brunt, die in die tijd veel boerderijen en grond bezat in Nieuwerbrug. In 1920 werd het boerenbedrijf aangekocht door de familie Karens, die oorspronkelijk uit Zoeterwoude kwam. Er woonden vier generaties Karens: eerst grootvader Martien, vervolgens Cornelis Jakob en vervolgens Jan Karens met kinderen. De oorspronkelijke grootte van de melkveehouderij was ca. 18 ha. Er werd kaas gemaakt voor de Bodegraafse en Woerdense kaasmarkt en er werden ook varkens en kippen gehouden.
Na de landinrichting Driebruggen-noord verhuisde de familie Karens naar de Molendijkerdwarsweg, tussen de spoorlijn en de Rijksweg A12, waar inmiddels zoon Chiel de boerderij runt. Na de verhuizing van de familie Karens in 1994 werd de boerderij circa 8 jaar bewoond door huisarts Tichelaar, die met zijn gezin in het hoofdgebouw ging wonen en in het koetshuis zijn apotheekhoudende praktijk vestigde. In die tijd zijn veel van de modernere stallen en bijgebouwen gesloopt. Na vertrek van dokter Tichelaar is de praktijk overgenomen door huisarts Borreman en heeft het hoofdgebouw twee jaar leeg gestaan, die is toen aangekocht door de huidige bewoners.
Gebouw.
Deze boerderij is er een van het langhuistype. Het hoofdgebouw (winterhuis) op nummer 19 wordt aan de linkerkant geflankeerd door een koetshuis, op nummer 21. Rechts van het hoofdgebouw staat een gerestaureerd zomerhuis. De boerderij heeft een symmetrische voorgevel van vijf traveeën.
De toegangsdeur heeft een houten omlijsting met een kroonlijst, rustend op consoles en heeft gietijzeren sierpanelen. In de rechter zijgevel bevindt zich de kaaskelder met opkamer. De gevels zijn van rode baksteen, in kruisverband gemetseld. De plinten zijn gepleisterd. De vier schuifvensters zijn voorzien van zonneblinden, zogenoemde persiennes. Boven de vensters zijn gemetselde segmentbogen aangebracht, met een versierde sluitsteen. Deze sluitstenen komen ook terug in het koetshuis en het zomerhuis. In het stalgedeelte van het hoofdgebouw en in de zijgevels van koetshuis en zomerhuis bevinden zich gietijzeren stalramen. Het zomerhuis heeft een roosvenster boven de twee schuiframen. Het hoofdgebouw heeft een rieten kap met kunstig gesneden makelaar en windveren. Windveren en makelaars komen ook terug in het zomerhuis en koetshuis. Er is een samenhang in de detaillering van de afzonderlijke gebouwen. Achter het koetshuis staat een hooiberg met drie ijzeren roeden.
Het geheel van gebouwen en erf is erkend als gemeentelijk monument, omdat sprake is van een karakteristiek en gaaf voorbeeld van regionale boerderij-architectuur met samenhang in de detaillering van de afzonderlijke gebouwen.
Tussen deze boerderij en die van nummer 17 bevindt zich een groenstrook met een historisch boomgaardje. Omstreeks 2007 is hier archeologisch onderzoek gedaan en is er een verharde laag aangetroffen. Hier zijn toen sporen van de Limes, de noordelijkste grens van het Romeinse Rijk gevonden.
In vervlogen tijden
Trouwlocatie onder hooikap. 2012 Achtergevel huisstal. 2012
Aanschuifdiner
Links tegen wagenschuur tijdelijke, houten woning van schooljuf. 1968 collectie Bekkering
Wie het kleine niet eert...
|
Brandstoffenhandel De Vos Houten droogloods naast de woning. 2000 Voor de verbouwing. 2002 Bakfiets bij de houten schuur Bakfiets in de Oudheidkamer te reeuwijk. 2012 |
Tot zeker 1887 werd de Molendijk de 'Papendijk' genoemd.
De Molendijk lag vanouds in de gemeente Waarder. De dijk dankt zijn naam aan de poldermolen van de polder Westeinde van Waarder, die halverwege deze dijk heeft gestaan totdat hij in 1881 vervangen werd door het, inmiddels ook al verdwenen gemaal "Knijff" (gesloopt in 1976). In 1964 is bij de gemeentelijke herindeling de straat in de gemeente Bodegraven gekomen.
Pentekening P.J. van Liender, Hof te Waarder als herenboerderij, 1753.
Wat verbindt de kruistochten met Nieuwerbrug? Johannieters! Een kloosterorde, ontstaan tijdens de kruistochten, die ook na die tijd bleef bestaan. Ze hadden overal in Europa “commanderijen”, versterkte boerderijen en één ervan stond op de hoek van de Korte Waarder en de Molendijk. Lag in de kapel van deze Hof van Waarder de oorsprong van de Nieuwerbrugger 'Kapelmeesters'? De Hof werd in de 17e eeuw een herenboerderij, zoals zo vele in de polders rond Nieuwerbrug. Een oude kaart, een archiefstuk, het landschap, een straatnaam in Waarder… de herinnering blijft.
Uit 'Nieuwerbrug. Een klein dorpje met eigenzinnige mensen'.
Boerderij met woonhuis in 2011.
Kaart uit 1670.
|
Oude school, 1974. Huidige situatie, 2011. |
Handbrandspuit uit 1888 op de tentoonstelling 'Daar komt de brandweer' in de Oudheidkamer te Reeuwijk. foto: Michiel van de Burgt
In de Nieuwerbrugse brandweergarage, beheerd door het College van bruggemeesters, stonden lange tijd twee handspuiten. Voor alle gezinshoofden van Nieuwerbrug bestonden gebruiksinstructies. Wanneer de spuiten een jaar lang niet gebruikt werden, dan moesten ze getest worden. ‘Spuit-proberen’.
De hefbomen van deze spuit werden door acht man bediend. Op het onderstel staat aangegeven met welke kant hij bij het water moet staan, omdat vanaf daar de slang met rieten zeef het water oppompt.
Dit gebeurde nog tot 1939.
In 1971 probeerde het college van Bruggemeesters de Tolbrug, de brugwachterswoning, de Onafhankelijkheidstoren en het brandspuithuis te verkopen. Omdat dit niet was gelukt, zaten ze in geldnood. Overig bezit werd daarom verkocht.
De andere brandspuit was al voor 500 gulden verkocht. Nu was ook deze brandspuit te koop.
De gemeenschap wilde graag dat de brandspuit binnen het dorp bleef. Hij had nog op geen enkele Nieuwerbrugse optocht ontbroken.
Heck Fioole uit Nieuwerbrug en H. Koetsier uit Woerden hadden interesse.
Dan krijgt kapper Gerrit Brouwer van autohandelaar Jan Wagensveld 1900 gulden om de handbrandspuit te kopen. Wanneer het college zou weten dat Wagensveld er achter zat, dan was de prijs waarschijnlijk omhoog gegaan.
Maar omdat Brouwer al de derde koper was, steeg de prijs toch al van 1000 naar 1500 gulden. Ook P. Hordijk, de eigenaar van ’t Grauwe Paard , zag wel iets in de antieke brandspuit. Hij wilde in café ‘De Tol’ (De Bruggemeester) een soort openluchtmuseum maken, met daarin de brandspuit.
Wanneer de prijs wordt opgedreven tot 2000 gulden, mag Gerrit Brouwer hem voor 1900 gulden meenemen.
Ook al woont de heer Brouwer naast de brandweergarage, de brandspuit wordt zolang opgeslagen in een boerenschuur.
Op een gegeven moment moest die schuur leeg. De heer Van Eijk uit Reeuwijk heeft de gehele inhoud toen meegenomen, inclusief de brandspuit. Deze staat nu in het bedrijfspand van H.I.G. te Bodegraven.
In 2012 was onze brandspuit het pronkstuk op de tentoonstelling 'Daar komt de brandweer' in de Oudheidkamer in Reeuwijk.
Daar bleek dat brandspuit tussen het verblijf in het brandspuithuis in Nieuwerbrug en het bedrijfspand uit elkaar gehaald. Daarna is hij niet goed in elkaar gezet. Op de zwart-witfoto ziet u dat de draagplank laag bij de grond hangt, onder de wielas. Op de kleurenfoto van tijdens de tentoonstelling , hangt de draagplank hoog boven de grond, boven de wielas. Bij de andere drie brandspuiten hingen deze ook laag, net als de Nieuwerbrugse vroeger. Ook is het geheel opnieuw beschilderd. Een emmer die oorspronkelijk bij de brandspuit hoorde, is nog in de laatst gebruikte beschildering in het bezit van Cees Brouwer.
Naar de leeftijd van de brandspuit moet nog eens goed onderzoek worden gedaan.
Gerrit Brouwer beweert in 1972 dat hij in 1889 door Nieuwerbrug is gekocht. Bruggemeester Ellis van Eck zegt daarop dat hij uit 1905 komt.
In het boek ‘Nieuwerbrug aan de Rijn. Ons dorp’ wordt het jaartal 1785 veelvuldig genoemd. Onderandere in de titel. Maar de andere jaartallen worden ook genoemd. Wordt vervolgd.