Deze zilveren munt is gevonden langs het Jaagpad ter hoogte van de Hossebrug.
Hij is in 1633 geslagen in Antwerpen, dat toen in de Spaanse provincie Braband lag. Ook Holland viel toen onder Philips IV. De munt was dus in Nieuwerbrug ook een wettig betaalmiddel.
Kop
De buste van Philips IV met brede kraag. Het jaartal is gescheiden door een handje.
Tekst: PHIL.IIII.D.G.HISP.ET.INDIAR.REX.
Munt
Koninklijk wapenschild gedragen door twee leeuwen, juweel van de Orde v.h. Gulden Vlies.
Tekst: CAR.ARCHID.AVST.DV.X.BVRG.BRAB.ZC.
Beleg van Woerden,1576 (Particuliere collectie)
Tijdens de Spaanse bezetting, ook wel de tachtigjarige oorlog genoemd, werd Woerden belegerd van 8 september 1575 tot 24 augustus 1576. Rond de stad lagen diverse schansen. In ons dorp lag de Nieuwerbrughsche Schans (rechts boven, tegen de rand). Deze is in 1672 weer opkeknapt, om tegen de Fransen te gebruiken.
Net als in het Rampjaar, werden hier delen van het land onderwater gezet, om de vijand tegen te houden.
De zes straten van onze nieuwe wijk De Wijde Wiericke (gebouwd in 2019) hebben namen gekregen die door de Nieuwerbrugse bevolking zijn voorgesteld. Het zijn beroepen of functies die van oudsher bij ons dorp horen.
Een nieuwe straat, die nog lang niet klaar is, kreeg onlangs wel tijdelijke bewoners: de kinderen en leiding van de vakantie speelweek. Zijn hadden hun tent opgeslagen en hutten gebouwd op het terrein waar de straat over een aantal jaren de naam “Brugwachter” krijgt. De bewoners, tent en hutten zijn al weer verdwenen. Wat een brugwachter is hoeven we u niet te vertellen. Dat zijn de mensen die al die eeuwen behalve het tolhek openen ook vanaf 1651 de brug bedienen. Omdat het een klapbrug of wipbrug is heten zij in de Nieuwerbrugse volksmond “de bruggenwip”.
Maar… misschien was de Wierickebrug al wel eerder door het Groot-waterschap van Woerden als ophaalbrug gebouwd. De Dubbele Wiericke is immers rond 1365 gegraven en er was toen daar ook al scheepvaart door. In 1878 werd de spoorlijn in gebruik genomen en vanaf dat jaar werd de hefbrug door een bij het spoor wonende medewerker van de Nederlandsche Rhijnspoorweg-Maatschappij bediend. Later door iemand van de NS, en nu bedient in het seizoen een medewerker van een gespecialiseerd bedrijf beide bruggen. Niet op afstand: hij loopt of fietst van de ene naar de ander brug.
Projectgroep Republiek aan den Rijn/Judith van Heel, Jan van Rooijen, Jan van de Burgt
Lengte Leiden - Woerden: 32,3 km.
1878: aansluiting op de vrije baan van spoorlijn Utrecht - Rotterdam bij Woerden (km 17,400).
1889: aanleg derde spoor, aan noordzijde traject Gouda - Woerden, met aansluiting bij station Woerden.
Gemeentelijk monument, Barwoutswaarder 85![]() Barwoutswaarder 85 in 2014. Jan Bouthoorn wordt op 9 maart 1772 in Bekenes geboren en woont in 1832 al op deze plek. In de eerste helft van de negentiende eeuw is er hier dus al een oude boerderij, met soms één huisnummer: Bekenes 57, later 100, soms twee 100 en 101. Er staan twee boerderijen vlak naast elkaar, eerst wordt voor de rechtse een nieuwe gebouwd een stukje westelijker, nu nummer 87. Rond 1898 wordt voor de linkse een nieuwe boerderij gebouwd. De huidige bewoner, nu Barwoutswaarder 85, vindt het wonen in een oud monument geen onverdeeld genoegen: “Wonen in een monument geeft meer last dan lust. Dubbel glas is bijvoorbeeld niet mogelijk.” Of met de woorden van een makelaar in cultureel erfgoed: Het aan regels gebonden beheer en de kosten van exploitatie maken gebruik van een monument niet aantrekkelijk. Geschiedenis gebruik en bewoning In 1832 is Jan Bouthoorn eigenaar van twee naast elkaar gelegen boerderijen en al het omliggende land. De percelen oostelijk van de boerderij zijn dan volgens het kadaster al boomgaard en het bedrijf heeft ook percelen weiland, hooiland en bouwland. Jan en zijn echtgenote Cornelia Kok beheren het bedrijf, de weduwe met haar zoon Lourens Bouthoorn en diens vrouw Elizabeth Verkuil blijven, na de dood van Jan in 1842, op de boerderij tot 1867. Dan komt, als eerste van het geslacht Kool, Jan Kool uit Maartensdijk met Maagje Oskam uit Harmelen er boeren. Na Jan komen zoon Teunis en kleinzoon Willem. Willem is ook bestuurslid van de polder Barwoutswaarder. Zijn dochter Dieuwertje en Jan Spek nemen als laatste van de familie Kool in 1956 de boerderij over. In de vorige eeuw bestaat het bedrijf uit melkveehouderij met fruitteelt, legkippen en wat hokken mestvarkens. De eieren gingen naar de veiling in het Grauwe Paard in Nieuwerbrug en later naar die in Woerden. Nadat zij de boerderij hebben overgenomen legt Dieuwertje zich toe op de kaasmakerij en is op de Woerdense kaasmarkt bekend om de eerste kwaliteit kazen van wel 24 kg. Jan is specialist in het fokken van beren die landelijk verkocht worden, daarnaast heeft hij veel bestuurlijke functies. In de eenentwintigste eeuw is de boomgaard gerooid, en is het alleen een melkveehouderij die wordt gedreven door een opvolger. In die laatste tijd zijn land en melkrechten bijgekocht van buren die gestopt zijn met hun bedrijf. Nieuwe wegen belemmeren de bedrijfsvoering De laatste anderhalve eeuw is er geknaagd aan het land van de boeren ten zuiden van de Rijn en daardoor aan hun bedrijfsvoering. In 1877 wordt de spoorlijn Utrecht-Leiden aangelegd en raken boeren een deel van hun land kwijt. Belangrijker nog: hun percelen zijn nu doorsneden door de spoordijk, waar ze met hun vee en vervoermiddelen over moeten. Dat kan naast ongemak ook gevaarlijke situaties veroorzaken. In 2011 moeten in principe de boerenoverpaden verdwenen zijn. Herinrichting van land zoals westelijker komt in Barwoutswaarder niet van de grond. Voor de oorlog wordt de A12 aangelegd en een halve eeuw later weer verbreed. In 2013 wordt de zuidelijke randweg naar Woerden aangelegd. Er moeten daardoor nieuwe toegangen tot de percelen komen aan de zuidkant. Nog meer boerende Bouthoorns en Koolen Er woonden nog meer Bouthoorns in de buurt op boerderijen: in 1832 woont de weduwe van Bastiaan Bouthoorn, Aaltje van Vuren, op de boerderij die nu nummer 83 heeft, zij woont daar later in bij haar dochter Maria die getrouwd is met Jan van der Mel. Geertruij Bouthoorn is in die periode getrouwd met Jacob den Hollander en zit even verder op een boerderij. Anthonie Frederik Kool uit de tweede generatie boert rond 1900 ook in Barwoutswaarder. In de twintigste eeuw zit een naamgenoot en neef uit de derde generatie, en afkomstig van de boerderij, op het boerenbedrijf Korte Waarder 17, nu het Thomashuis. Hij is na de oorlog bestuurslid en later voorzitter van de polder Westeinde van Waarder. Zijn zoon Teunis Kool stopt daar met boeren en gaat elders verder. |
|
Tolgaarder |
Nieuwerbrug lag tijdens het Rampjaar 1672 aan het front van de Oude Hollandse Waterlinie, die het Franse leger van koning Lodewijk XIV moest tegenhouden. Hier lagen twee schansen, die onderdeel waren van het hoofdkwartier van prins Willem III. Op de plaats van het huidige Fort Wierickerschans een eindje richting Bodegraven lag nog een derde schansje. Via de gratis Time Switch-app op je smartphone of tablet komen de twee Nieuwerbrugse schansen weer tot leven. Kijk om je heen en zie vanaf vier punten hoe het er daar in 1672 uit heeft gezien. Bekijk op iedere locatie een filmpje, waarin gebeurtenissen uit het rampjaar tot leven komen.
Download 'Nieuwerbrug 1672' gratis via de App Store of Coogle Play.
Bruggemeesters op de tolbrug in 1910. Rechts de tolwachter.
Het College van Bruggemeesters beheert momenteel namens alle inwoners van de Brandschouwerij Nieuwerbrug de Tolbrug, de Onafhankelijkheidstoren en de brugwachterswoning.
Afbeelding niet beschikbaar
Opvolger van de Molkerschans. Gravure van L. Sylvius uit 'Historien onses tijds, behelsende saken van staet en oorlogh'.1685 collectie: Michiel van de Burgt
Toen de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden in 1672 werd aangevallen door de de koningen van Frankrijk en Engelad en de bisschoppen van Munster en Keulen, liet men delen van Holland en Utrecht onder water lopen, om zo de vijand te weren. Zo lagen de weilanden tussen de Enkele- en de Dubbele Wiericke onder water, net als de polders Weijland en De Bree. Om het water tegen te houden, kwam er in Nieuwerbrug een dam in de Rijn en bleef de sluis bij Bodegraven gesloten.
Op zwakke plaatsen in Waterlinie werden forten opgeworpen.
In Nieuwerbrug was de bevaarbare Rijn en haar hoge dijken een zwakke plek. Fort Nieuwerbrug, een verwaarloosde, Spaanse schans uit de Tachtigjarige Oorlog, werd daarom opgeknapt door kwartiermeester-generaal kolonel Moyses Pain et Vin. Aan de overkant van de Rijn verrees de kleine dijkpost Molkerschans. De Molkerschans lag ongeveer op de plaats waar nu de Bethlehemkerk staat en stond onder leiding van luitenant kolonel Feullana. Om goed zicht te hebben op de naderende vijand, werden enkele huizen in het dorp afgebrand.
Vanuit dit 'Quartier aan de Nieuwerbrugge' commandeerde kapitein-generaal Prins Willem III de gehele Hollandse Waterlinie. Zijn regimenten lagen aan de andere kant van de linie, bij de Enkele Wiericke gelegerd. Ook hier kwam een kleine schans.
Maar in de winter kwam het Franse leger over het ijs voorbij Nieuwerbrug. Toen Pain et Vin zag, dat ze Bodegraven in brand hadden gestoken, evacueerde hij de twee forten voor de Franse overmacht. De verdedigingswerken waren namelijk open aan de Bodegraafse kant. Op hun terugtocht naar Woerden staken de Fransen alle gebouwen tussen Goudsesluis en Nieuwerbrug in brand. Ook de fortificaties werden hierbij verwoest.
Na de ramp
Na deze ramp lieten de Staten van Holland het huidige Fort Wierickerschans bouwen, op de plaats van zijn legerkamp bij de Enkele Wiericke. Ook verrees het stervormige Fort Nieuwerbrug aan de Dubbele Wiericke en verving men de Molkerschans door Fort Pain et Vin.
De forten Nieuwerbrug en Pain et Vin werden na enkele jaren al verbouwd en hebben tot 1816 dienst gedaan als voorposten van Fort Wierickerschans. Daarna zijn ze opgeheven en afgebroken.